Commissaris van de Koning Jaap Smit overhandigt met trots het Predicaat Koninklijk aan Evert en Eric Louwman
Louwman is onderscheiden met het eervolle Predicaat Koninklijk door Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander tijdens een feestelijke lunch in het Louwman Museum in Den Haag, in aanwezigheid van familieleden en collega’s. Het Predicaat werd plechtig overhandigd door Jaap Smit, commissaris van de Koning in Zuid-Holland, in aanwezigheid van de Haagse burgemeester Jan van Zanen, aan president Eric Louwman en Evert Louwman.
Het Predicaat Koninklijk is een historische mijlpaal voor het familiebedrijf Louwman en getuigt van de uitzonderlijke bijdragen aan zowel de Nederlandse samenleving als economie. Wat in 1923 begon als de jongensdroom van Piet Louwman en Arie Parqui is uitgegroeid tot een bloeiend bedrijf dat gedreven wordt door ondernemingsgeest en lef.
Louwman plaatst dagelijks haar klanten op de eerste plaats. Het bedrijf biedt een breed scala aan geschikte, betaalbare en duurzame mobiliteitsoplossingen, waaronder fietsen, e-bikes, motoren, auto’s en scootmobielen. Deze toewijding en voortdurende streven naar verbetering vormen de kern van Louwman.
Eric Louwman, President Louwman Group, deelt zijn enthousiasme: “Het is met grote eer en trots dat wij dit Predicaat Koninklijk mogen ontvangen. De warme woorden van zowel de commissaris van de Koning in Zuid-Holland als de burgemeester van Den Haag tijdens de overhandiging zijn voor onze familie van onschatbare waarde. Als familiebedrijf beschouwen wij deze koninklijke erkenning als een bekroning op honderd jaar ondernemerschap.
Met 3.800 collega’s als onze gewaardeerde medewerkers hebben we altijd oog voor lange termijn relaties: met onze klanten en onze merkpartners. Voor ons vertegenwoordigt mobiliteit meer dan alleen vervoer – het omvat emotie, bereikbaarheid en vrijheid. Dit eerbetoon aan onze passie weerspiegelt respect, waardering en vertrouwen, waarden die de kern vormen van ons bedrijf. Deze erkenning geldt voor het verleden, het heden en vooral ook voor de toekomstige generaties. Wij kijken vol vertrouwen uit naar de volgende honderd jaar.”